MAZDA MODEL 6 2016 Handleiding (in Dutch) 

Page 211 of 850

4–34
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Wijzigen van de temperatuureenheid
van de buitentemperatuurdisplay
De buitentemperatuureenheid kan
worden overgeschakeld tussen Celsius en
Fahrenheit aan de hand van de volgende
procedure.
(Voertuigen met Type C/D)
Instellingen kunnen worden
gewijzigd door bediening van het
middendisplayscherm.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
(Voertuigen zonder Type C/D)

1. Druk terwijl het contact uit staat
op de INFO schakelaar en blijf
de INFO schakelaar gedurende
tenminste 5 seconden ingedrukt
houden terwijl u het contact op ON
zet. De buitentemperatuurdisplay gaat
knipperen.
2. Druk voor het veranderen van de
buitentemperatuureenheid op de INFO
schakelaar.
3. Houd terwijl de
buitentemperatuurdisplay knippert
de INFO schakelaar gedurende
tenminste 3 seconden ingedrukt. De
buitentemperatuurdisplay gaat branden.

OPMERKING
Wanneer de temperatuureenheid
die wordt aangegeven op de
buitentemperatuurdisplay
wordt gewijzigd, verandert de
temperatuureenheid die wordt
aangegeven op de display van de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
dienovereenkomstig.
Buitentemperatuurwaarschuwing *
Wanneer de buitentemperatuur laag is,
gaat de indicatie knipperen en klinkt
er een zoemtoon om de bestuurder te
waarschuwen voor de mogelijkheid van
gladde wegen.
Als de buitentemperatuur lager is dan
ongeveer 4 °C, gaat de
buitentemperatuurdisplay en het

symbool gedurende ongeveer tien
seconden knipperen en wordt er eenmaal
een zoemtoon gegeven.
OPMERKING
Als de buitentemperatuur lager is dan
-20 °C, werkt de zoemer niet. Het

symbool gaat echter branden.


Page 212 of 850

4–35
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Display van afstelbare
snelheidsbegrenzer (Zonder multi-
informatiedisplay)
*
De instellingstatus van de afstelbare
snelheidsbegrenzer wordt getoond.



Display van ingestelde rijsnelheid
van kruissnelheidsregelaar
(Zonder multi-informatiedisplay)
*
De rijsnelheid die met behulp van de
kruissnelheidsregelaar is ingesteld wordt
weergegeven.

(Europees model)


(Behalve Europees model)


Boordcomputer en INFO
schakelaar (Zonder multi-
informatiedisplay)
Terwijl het contact op ON staat kan door
het indrukken van de INFO schakelaar de
volgende informatie worden geselecteerd.
 


 Modus voor afstand die met voorradige
brandstof kan worden afgelegd
 


 Gemiddeld brandstofverbruik



 Huidige brandstofverbruikmodus



 Kompasmodus
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
indien u problemen heeft met de
boordcomputer.
Modus voor afstand die met voorradige
brandstof kan worden afgelegd
Bij gebruik van deze functie wordt de
afstand (bij benadering) berekend die u
met de voorradige brandstof kunt aÀ eggen,
gebaseerd op het brandstofverbruik.

De afstand die met de voorradige
brandstof kan worden afgelegd wordt
berekend en zal elke seconde worden
getoond.
(Europees model)


(Behalve Europees model)




Page 213 of 850

4–36
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
  Alhoewel de indicatie voor de
afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof
een voldoende resterend aantal
kilometers aangeeft alvorens
bijtanken noodzakelijk wordt, zo
spoedig mogelijk bijtanken als het
brandstofpeil erg laag is of als het
waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil gaat branden.
  De indicatie verandert mogelijk niet
tenzij u meer dan ongeveer 9 liter
brandstof tankt.
  De afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof geeft bij
benadering de afstand aan die met de
auto gereden kan worden totdat alle
maatstrepen in de brandstofmeter
(die de resterende brandstofvoorraad
aangeven) verdwijnen.
  Als er geen historische
brandstofverbruikgegevens zijn,
bijvoorbeeld nadat u uw auto zojuist
heeft aangeschaft of de gegevens
als gevolg van het losmaken van
de accukabels zijn gewist, is het
mogelijk dat de feitelijke afstand
die met de voorradige brandstof kan
worden afgelegd van de aangegeven
hoeveelheid verschilt.
Gemiddeld brandstofverbruik
Deze modus toont het gemiddelde
brandstofverbruik door het berekenen van
het totale brandstofverbruik en de totaal
afgelegde afstand sinds de aankoop van
de auto, het opnieuw aansluiten van de
accu na loskoppeling of het terugstellen
van de gegevens. Het gemiddelde
brandstofverbruik wordt berekend en elke
minuut getoond.
(Europees model)


(Behalve Europees model)


Houd de INFO schakelaar langer dan 1,5
seconden ingedrukt om de informatie op
de display te wissen.
Na het indrukken van de INFO schakelaar
zal “- - - L/100 km” gedurende ongeveer 1
minuut op de display verschijnen. Daarna
wordt het gemiddelde brandstofverbruik
opnieuw berekend en op de display
aangegeven.


Page 214 of 850

4–37
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Huidige brandstofverbruikmodus
Deze stand geeft het huidige
brandstofverbruik aan, berekend op
basis van de verbruikte brandstof en de
afgelegde afstand.

Het huidige brandstofverbruik wordt
berekend en zal elke 2 seconden worden
getoond.
(Europees model)


(Behalve Europees model)


Wanneer u de snelheid heeft teruggebracht
tot ongeveer 5 km/h, zal - - - L/100 km op
de display worden aangegeven.
Kompasmodus
Tijdens het rijden wordt de rijrichting
van de auto getoond in een van de acht
hoofdrichtingen.

(Europees model)


(Behalve Europees model)


Rijsnelheidsalarm
In deze modus wordt de huidige instelling
voor het rijsnelheidsalarm getoond. U kunt
de instelling van de rijsnelheid waarbij de
waarschuwing wordt gegeven veranderen.
OPMERKING
De display van het rijsnelheidsalarm
wordt gelijktijdig geactiveerd met het
klinken van de pieptoon. De ingestelde
rijsnelheid knippert herhaalde malen.
(Europees model)


(Behalve Europees model)


Het rijsnelheidalarm kan worden ingesteld
met behulp van de middendisplay.
OPMERKING
  Stel de rijsnelheid altijd in
overeenkomstig de wetgeving van
het land/de stad waarin de auto
wordt gebruikt. Controleer daarnaast
altijd de rijsnelheid door naar de
snelheidsmeter te kijken.
  De rijsnelheidsalarmfunctie kan
ingesteld worden tussen 30 en 250
km/h.


Page 215 of 850

4–38
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Multi-informatiedisplay *

INFO schakelaar Multi-informatiedisplay

De multi-informatiedisplay toont de volgende informatie.
 


 Kilometerteller



 Dagteller



 Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter



 Brandstofmeter



 Buitentemperatuur



 Afstand die met voorradige brandstof kan worden afgelegd



 Gemiddeld brandstofverbruik



 Huidige brandstofverbruik



 Onderhoudsmonitor



 Dodehoekmonitor (BSM) display



 Display van afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)



 Display van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem



 Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) display



 Rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
display
 


 Display van kruissnelheidsregelaar



 Kompasweergave



 Rijsnelheidsalarm



 Waarschuwingsbericht


Page 216 of 850

4–39
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Telkens wanneer op de INFO schakelaar wordt gedrukt veranderen de gegevens op het
scherm.
Druk op de INFO toets
Druk op de INFO toets Druk op de INFO toets
Druk op de INFO toets
Druk op de INFO toets
Huidige brandstofverbruik,
Dagteller A,
Gemiddelde brandstofverbruik,
Buitentemperatuur,
Kilometerteller,
Afstand die met de voorradige
brandstof kan worden
afgelegd,
Brandstofmeter
Huidige brandstofverbruik,
Dagteller B,
Gemiddelde brandstofverbruik,
Buitentemperatuur,
Kilometerteller,
Afstand die met de voorradige
brandstof kan worden afgelegd,
Brandstofmeter
Motorkoelvloeistoftem
peratuurmeter,
Onderhoudsmonitor,
Buitentemperatuur,
Kilometerteller,
Afstand die met de
voorradige brandstof
kan worden afgelegd,
Brandstofmeteri-ACTIVSENSE display,
Buitentemperatuur,
Kilometerteller,
Afstand die met de
voorradige brandstof kan
worden afgelegd,
BrandstofmeterKompas,
Buitentemperatuur,
Kilometerteller,
Afstand die met de
voorradige brandstof
kan worden afgelegd,
Brandstofmeter Waarschuwingsbericht,
Buitentemperatuur,
Kilometerteller,
Afstand die met de
voorradige brandstof
kan worden afgelegd,
Brandstofmeter *1
*2
*1: Wordt alleen tijdens een waarschuwing weergegeven.
*2: Wordt alleen tijdens het rijden weergegeven.



Page 217 of 850

4–40
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Kilometerteller, dagteller en
dagtellerkeuzeschakelaar
Wanneer het contact op ON staat wordt
de kilometerteller constant op het scherm
getoond en door bediening van de INFO
schakelaar kan het TRIP A of TRIP B
scherm worden getoond.


Druk op de INFO toetsINFO schakelaar
Kilometerteller,
Dagteller A
Kilometerteller,
Dagteller B

Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale door de
auto afgelegde afstand aan.
Dagteller
De rijafstand voor een opgegeven
tussenafstand wordt aangegeven. Voor elk
van beide kunnen twee typen (TRIP A,
TRIP B) tussenafstand en het gemiddelde
brandstofverbruik worden gemeten.

Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand
vanaf het punt van vertrek registreren en
dagteller B kan het punt registreren waar
de brandstoftank gevuld is.

Wanneer dagteller A wordt gekozen,
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer
dagteller B wordt gekozen, verschijnt
TRIP B.

De dagteller en het gemiddelde
brandstofverbruik kan gereset worden door
in elk van de standen de INFO schakelaar
gedurende 1,5 seconde of langer ingedrukt
te houden.
OPMERKING
  Enkel door de dagtellers worden
tienden van kilometers geregistreerd.
  De registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
 


 De stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
 


 De gereden afstand 1999 km
overschrijdt.


Page 218 of 850

4–41
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
Toont de motorkoelvloeistoftemperatuur.
De blauwe meter geeft aan dat de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag
is en de rode meter geeft aan dat de
motorkoelvloeistoftemperatuur hoog is en
dat de motor oververhit is.


OPGELET
Als het waarschuwingslampje voor
hoge motorkoelvloeistoftemperatuur
(rood) gaat branden, bestaat de kans
op oververhitting. Parkeer de auto
onmiddellijk op een veilige plaats en
neem de juiste maatregelen. Als u met
de auto blijft doorrijden, kan dit schade
aan de motor veroorzaken.
Zie Oververhitting op pagina 7-30 .
OPMERKING
  De temperatuureenheid (Celsius/
Fahrenheit) van de display van de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
verandert in samenhang met
de temperatuureenheid van de
buitentemperatuurdisplay.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
  Tijdens normaal rijden stabiliseert de
motorkoelvloeistoftemperatuur bij
100 °C of lager en geeft de meter een
bereik aan van minder dan 100 °C.
  Als de belasting van de
motor toeneemt en de
motorkoelvloeistoftemperatuur hoger
wordt dan 100 °C, geeft de meter de
motorkoelvloeistoftemperatuur aan.


Page 219 of 850

4–42
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft bij benadering de
in de brandstoftank resterende hoeveelheid
brandstof aan wanneer het contact op ON
wordt gezet. Het wordt aanbevolen de tank
voor meer dan 1/4 gevuld te houden.


Vo l
1/4 Vol
Leeg

Als het brandstofniveau laag is, (
) en ( )
overgaat naar de kleur oranje. Zo spoedig
mogelijk bijtanken.
Zie Maatregelen nemen op pagina 7-50 .
OPMERKING
  Na het bijtanken van brandstof
kan het enige tijd duren voordat de
indicator stabiel wordt. Bovendien
kan bij het rijden op hellingen of
in bochten de indicator afwijken
als gevolg van de beweging van de
brandstof in de tank.
  De display die een kwart of minder
resterende brandstof aangeeft heeft
meer segmenten om het resterende
brandstofniveau in groter detail te
tonen.
  De richting van de pijl ( ) geeft aan
dat de afsluitklep van de
brandstofvuldop zich aan de
linkerzijde van de auto bevindt.
(SKYACTIV-D 2.2)
Als de motor onregelmatig gaat draaien
of afslaat als gevolg van een laag
brandstofniveau, zo spoedig mogelijk
bijtanken en tenminste 10 liter brandstof
bijvullen.


Page 220 of 850

4–43
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Buitentemperatuurdisplay
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
wordt de buitentemperatuur getoond.



OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden kan
de getoonde buitentemperatuur afwijken
van de werkelijke buitentemperatuur,
afhankelijk van de directe omgeving en
de omstandigheden waarin de auto zich
bevindt:
 


 Beduidend lage of hoge
temperaturen.
 


 Plotselinge veranderingen in
buitentemperatuur.
 


 De auto staat geparkeerd.



 Tijdens het rijden met lage
snelheden.
Wijzigen van de temperatuureenheid
van de buitentemperatuurdisplay
(Voertuigen met Type C/D)
De buitentemperatuureenheid kan
overgeschakeld worden tussen Celsius en
Fahrenheit.
Instellingen kunnen worden
gewijzigd door bediening van het
middendisplayscherm.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
OPMERKING
Wanneer de temperatuureenheid
die wordt aangegeven op de
buitentemperatuurdisplay
wordt gewijzigd, verandert de
temperatuureenheid die wordt
aangegeven op de display van de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
dienovereenkomstig.
Buitentemperatuurwaarschuwing
*
Wanneer de buitentemperatuur laag is,
gaat de indicatie knipperen en klinkt
er een zoemtoon om de bestuurder te
waarschuwen voor de mogelijkheid van
gladde wegen.
Als de buitentemperatuur lager is dan
ongeveer 4 °C, gaat de
buitentemperatuurdisplay en het

symbool gedurende ongeveer tien
seconden knipperen en wordt er eenmaal
een zoemtoon gegeven.
OPMERKING
Als de buitentemperatuur lager is dan
-20 °C, werkt de zoemer niet. Het

symbool gaat echter branden.


Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 850 next >